De roots van landgoed Mattemburgh liggen bij het echtpaar Petrus Cuypers, telg uit een familie van gegoede kooplieden uit Oudenbosch en Maria van Mattemburgh, afkomstig uit een rijk bestuurdersgeslacht. Hun rijkdom dient gestalte te krijgen in de bouw van een centraal gelegen huis van importantie. Daartoe kopen zij vanaf 1807 systematisch gronden aan. Omstreeks 1850 verrijst de villa en wordt het Engelse landschapspark aangelegd, met onder meer een Chinees bruggetje, een theekoepel en een hertenhuisje. De familie verblijft decennialang slechts enkele weken per jaar op Mattemburgh. Uiteindelijk zijn het de kleindochter van het echtpaar, Marie-Louise Cuypers en haar echtgenoot Jacques Pelletier, graaf de Chambure, die zich na de Tweede Wereldoorlog permanent vestigen op de Mattenburgh.

Conform haar wens wordt het landgoed na het overlijden van Marie-Louise in 1967 overgedragen aan Brabants Landschap. Na de dood van Jacques Pelletier in 1982 worden ook het huis, de bijgebouwen en de tuinen daar aan toegevoegd.

In de tijd van graaf en gravin de Chambure blijft het landgoed gesloten. Brabants Landschap zet de poort in 1985 open voor het publiek: duizenden mensen komen er op af. Ad van Loenhout, die na zijn pensionering gids wordt op Mattemburgh, raakt in de ban van de geschiedenis van het landgoed en haar bewoners. Van zijn hand is nu ''t Hof van Cuypers. Wonen en Werken op landgoed Mattemburgh' verschenen bij Uitgeverij PP. Van Loenhout schetst een compleet beeld hoe een gegoede familie zich samen met het personeel, door twee oorlogen wist te slaan en het monumentale en unieke landgoed heeft kunnen behouden. Het boek is te koop in de boekhandel en via de uitgever.